vrijdag 9 oktober 2015

Neusje de neushoorn

Er was eens een neushoorntje, hij woonde samen met zijn moeder in Afrika. Het neushoorntje heette Neusje en zijn moeder heette Mira. Op een dag verveelde Neusje zich, hij ging wat verderop spelen. Mira zag stropers aankomen, ze rende naar Neusje toe en sprong voor hem, net op het moment dat de stropers schoten. Neusjes moeder was geraakt. Daar kwamen de stropers om Mira's hoorn er af te zagen. Neusje verstopte zich snel. Daar reden de stropers weg met Mira's hoorn. Neusje was zo verdrietig, hij ging snel naar zijn dode moeder toe. Neusje wou nooit meer weg bij zijn moeder, hij wou altijd bij haar blijven totdat hij zelf doodging.

Een paar weken later was Neusje nog steeds verdrietig om de dood van zijn moeder, hij wou ook nog steeds niet bij zijn moeder weg. Toen kwamen er weer mensen, maar dit keer een man en een vrouw.
Ze zagen er anders uit, maar Neusje was bang. Bang dat ze zijn moeder nog meer pijn wilden doen.
Maar dat deden ze niet. De man keek bedroefd naar Mira, de vrouw keek ook bedroefd naar Mira. Maar toen gebeurde er iets vreemds. Neusje stormde uit het hoge gras waar hij zich had verstopt. Hij wilde zijn moeder beschermen. De mensen die gekomen waren stapten weer in hun auto en reden weg.
De volgende dag waren de man en de vrouw er weer. Dit keer wisten ze dat Neusje er was en waren ze voorbereid. Neusje zat nog steeds bij zijn moeder. De mensen pakten een telefoon en zeiden iets. Even later kwam er een helikopter met een soort hok eraan vast. Het hok stond op de grond en ging open. Er was niets, en Neusje wou bij zijn moeder blijven, maar Neusje was toch nieuwsgierig. Zijn nieuwsgierigheid won het toch en Neusje ging het hok in.
Toen ging de deur weer dicht en ging het hok onder de helikopter de lucht in.
Na een tijdje kon Neusje er weer uit. Hij was op een andere plek, omringt door hekken.
Daar waren de man en de vrouw weer. Ze lachten naar Neusje. Toen ze weer weg waren voelde Neusje zich eenzaam. Maar daar zag hij iets, het was een wollig rond ding. Het ding (dat dus een schaap was) zei: "je bent hier in een opvang van de dierenbescherming, je wordt hier erg goed verzorgd en de mensen hier zijn erg aardig."
Al na een paar weken voelde Neusje zich al helemaal goed. Schaap was ook zijn beste vriend geworden, ze deden alles samen.


Cynthia

1 opmerking: